Een goed anti-pestprotocol geeft leden, trainsters/begeleiding en ouders duidelijkheid over hoe pesten wordt voorkomen en hoe gehandeld wordt wanneer er gepest wordt. Door het protocol te volgen ontstaat een samenwerking tussen alle betrokkenen: trainster, pester, gepeste en overige betrokkenen.
Plagen
- Is onschuldig, en gebeurt onbezonnen en spontaan.
- Gaat soms gepaard met humor.
- Is van korte duur, of gebeurt slechts tijdelijk.
- Speelt zich af tussen ‘gelijken’, er is geen machtsverhouding.
- Is meestal te verdragen, of zelfs leuk maar kan ook kwetsend en agressief zijn.
- Meestal één tegen één. Wie plaagt ligt niet vast. De ene keer plaagt de één, de andere keer plaagt de ander.
Pesten
- Gebeurt berekenend (men weet meestal vooraf goed wie, hoe en wanneer me gaat pesten). Men wil bewust iemand kwetsen of kleineren.
- Is duurzaam: het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig (stopt niet vanzelf na korte tijd).
- Ongelijke strijd. De onmachtsgevoelens van de gepeste staan tegenover de macht gevoelens van de pester. Bij pesten is het ene kind sterker en het andere kind zwakker.
- De pester heeft geen positieve bedoelingen en wil pijn doen, vernielen of kwetsen.
- Meestal een groep (pester en meelopers) tegenover één geïsoleerd slachtoffer.
- Er bestaat een neiging tot een vaste structuur. De pesters zijn meestal dezelfde personen, net zoals de slachtoffers (mogelijk wisselend door omstandigheden).
Voorbeelden van pesten
Enkele voorbeelden van pesten:
- Stukmaken, afpakken en/of verstoppen van eigendommen
- Naroepen, uitlachen en/of belachelijk maken
- Schelden of scheldnamen geven, dreigen
- Nadoen, imiteren, bij voorkeur sterk overdreven
- Uitsluiten van groepsspel of activiteit, doodzwijgen
- Fysiek geweld
- Afpersing: dwingen om geld of spullen te geven of iets voor de pester te doen
- Cyberpesten, via WhatsApp of andere sociale media
Welke stappen moet een trainster zetten wanneer ze ziet dat er wordt gepest of het vermoeden hebt dat er wordt gepest?
- Stel iemand van de TC/bestuur op de hoogte van je vermoedens
- Ga via de TC/het bestuur in gesprek met de heel groep. Geef hierin aan dat je vermoedens hebt dat er wordt gepest en dat wanneer dit niet stopt er consequenties zullen zijn voor de pester.
- Stel de ouders van het vermeende slachtoffer op de hoogte. Stel de ouders van de vermeende dader op de hoogte (wanneer je weet wie dat is). Geef in dit gesprek aan dat je vermoedens hebt van pesten en dat we dit strak in de gaten houden. Vindt je het lastig dit gesprek aan te gaan? Vraag dan iemand van de TC/trainerscommissie om je hierin te ondersteunen.
- Stopt het pesten niet? Ga dan het gesprek aan met de vermeende dader. Geef hierin aan wat je ziet/hoort/merkt op de trainingen.
- Stel ouders van de dader nogmaals op de hoogte en geef aan dat je dit gesprek hebt gevoerd met hun kind. Wanneer ouders het vermoeden van pesten hebben, horen wij dat ook graag zo snel mogelijk. Binnen de vereniging is er een vertrouwenspersoon. Het slachtoffer kan altijd de hulp van deze vertrouwenspersoon inschakelen.